Eten en drinken

Hoe kies je een aangepast bestek?

  • Bestek met een verdikt handvat is het meest geschikt als je handkracht verminderd is;
  • Lichtgewicht bestek is het meest geschikt als je algemene kracht verminderd is;
  • Zwaar bestek is het meest geschikt als je last hebt van beven;
  • Gebogen of buigbaar bestek is het meest geschikt als de beweeglijkheid van je pols verminderd is waardoor de vork of lepel niet meer in de juiste hoek in de mond komt.

Personen met dementie of visuele beperkingen merken een rode kleur beter op. Door het servies een rode kleurtoets te geven, stimuleren we een betere voedsel- en vochtopname. Een neusbeker of schuine beker is aan te raden voor mensen die makkelijker slikken indien ze hun hoofd niet naar achteren hoeven te buigen. Een discrete trechtervormige beker of een conische beker is een minder opvallend alternatief voor hetzelfde probleem. Verder zijn er hulpmiddelen voor mensen die hun arm of hand niet kunnen gebruiken, langzaam eten en drinken, tremors hebben of liggend moeten eten en drinken. Er is hoofdzakelijk onderscheid tussen:

Hulpmiddelen bij drinken

meestal speciale bekers, kommen en glazen. Voorbeelden zijn bekers met extra oren of met een tuit of met een antilekdeksel. Om vallen te voorkomen bestaan er bekers met een verzwaarde bodem of standaards voor bekers. Voor het warmhouden worden dubbelwandige bekers gebruikt. Ook (ingebouwde) rietjes zijn al genoeg voor bepaalde cliënten.

Hulpmiddelen bij eten

vooral bestek, servies en (elektrische) eethulpen. Speciaal bestek kent een ruime keuze: lichtgewicht of juist verzwaard, speciaal vormgegeven, verdikt of verlengd, gecombineerd bestek of bestekhouders. Dat geldt ook voor borden: warmhoudborden, met opstaande rand, met vakverdeling of bordverhogers. De eethulp kent twee soorten: een waarbij de gebruikers zelf het voedsel op de lepel scheppen en naar de mond brengen en een waarbij het apparaat dat doet.